‘We hebben elkaar nodig in de keten’
Edward Jorna is Medisch Manager Ambulancezorg (MMA) bij Kijlstra Ambulancezorg. Het is bij wet geregeld dat aan elke regionale ambulancevoorziening ten minste één medicus is verbonden. Bij Kijlstra vervult Edward sinds 2008 de rol van MMA. Officieel doet hij dat in twee dagen per week, naast zijn baan als anesthesioloog in ziekenhuis Nij Smellinghe. “In de praktijk vraagt het meer uren, alleen al omdat ik 24/7 bereikbaar ben voor vragen en overleg”, vertelt de arts. “Toen ik vijftien jaar geleden in deze baan sprong, vond ik de organisatorische kant spannender dan de medische verantwoordelijkheid. Dat is goed uitgepakt. In deze rol fungeer ik als haarlemmerolie in de ketenzorg en dat past me als een doktersjas.”
Garant staan
Edward is in de eerste plaats verantwoordelijk voor patiëntenzorg en daarmee de vakbekwaamheid van de mensen op de ambulance. “Kijlstra staat voor hoogwaardige en medisch verantwoorde ambulancezorg. Als MMA sta ik garant dat de verpleegkundigen hun werk zelfstandig kúnnen en mógen uitvoeren. Bij elke tweejaarlijkse toetsing van voorbehouden handelingen teken ik daar letterlijk voor. Het mooie is: op de ambulance werken bekwame en bevlogen professionals die het uiterste uit zichzelf willen halen. De mentale druk is hoog in hun vak, op straat moeten ze het zelf doen. Dat is een kwetsbare rol en daarom sta ik altijd achter mijn mensen.”
“Blind vertrouwen betekent niet dat ambulanceverpleegkundigen vrije vogels zijn”, stelt de medisch manager. “Ja, op straat is er binnen de protocollen ruimte om zelfstandig beslissingen te nemen. Maar bij klachten of incidenten moet ik als arts wel het hoe en waarom van de handelingen kunnen navolgen. Daarom zijn ritdossiers noodzakelijk. We moeten er in de zorg voor waken om door te slaan in schrijfdrift, maar de kern duidelijk noteren is essentieel. Goed ingevulde ritdossiers helpen om gemaakte keuzes achteraf te snappen. En ja, soms zit daar een leermoment tussen. Niet alles is af te dekken in protocollen. Juist op de ambulance heb je mensen nodig die op basis van kennis en ervaring zélf een goede inschatting maken van wat op dat moment in die situatie nodig is.”
Menselijke maat
Om ambulancemedewerkers goed toe te rusten voor hun werk, adviseert Edward de directie over de invulling van scholing. Ook geeft hij vorm aan het medisch-inhoudelijke beleid binnen Kijlstra, met aandacht voor kwaliteit, veiligheid, onderzoek en de bekwaamheid van medewerkers. Een ander belangrijk aspect van zijn rol als MMA is het verbeteren van de ketenzorg. “Als medisch manager heb ik veel contact met andere zorgverleners, specialisten en ketenpartners”, vertelt Edward. “Die verbindende kant vind ik boeiend, om samen de zorg naar een hoger plan te tillen. Voor mij is de menselijke maat daarbij een wezenlijk aandachtspunt. Daarmee raak je het hart van de zorg, voor patiënten en voor elkaar.”
“Het behouden van de menselijke maat is in deze tijd misschien wel de grootste uitdaging”, peinst de arts hardop. “Overal neemt de druk toe. Niet alleen bij Kijlstra, ook bij huisartsen, de spoedeisende hulp, ziekenhuizen en verzorgingshuizen. Op alle fronten wordt veel van zorgverleners gevraagd: van de eisen vanuit scholing en wet- en regelgeving tot de hoge verwachtingen van patiënten en hun familie. Om dan toch dat stapje extra te blijven zetten, hebben we elkaar nodig. In Noord-Nederland werken we daarom als MMA’s samen en zijn er specialisten toegevoegd vanuit onder andere de psychiatrie. Want ook bij de ambulancezorg krijgen we vaker te maken met mensen met onbegrepen gedrag. Dan heb je binnen de keten mensen nodig die het netwerk kennen en de juiste taal spreken.”