‘Ik ben er weer. Gelukkig wel. Dankzij het snelle en professionele handelen van de meldkamercentralist en de ambulancemedewerkers. En dankzij de inzet van de aed.’
– Geert van Tuinen
Geert van Tuinen, freelance verslaggever en programmamaker bij Omrop Fryslân: ‘Ik voelde druk op mijn borst, mijn armen werden slap, mijn gezicht trok wit weg en het zweet brak me aan alle kanten uit. Ik had meteen door: dit is niet goed, dit is een hartinfarct. Ik was alleen thuis. Ik belde eerst mijn vrouw en meteen daarna 112. Binnen drie minuten stonden de mensen van de ambulance in mijn huis. Daar weet ik zelf niks meer van. Ik was toen al buiten bewustzijn.
Vlak voordat het zwart werd voor mijn ogen, had de centralist van de meldkamer gevraagd of ik de voordeur alvast voor zijn collega’s van de ambulance kon openzetten. Gelukkig lukte dat nog. Diep respect heb ik voor de manier waarop de centralist te werk ging. Binnen dertig seconden wist hij mijn naam, mijn adres, mijn leeftijd en heeft hij mijn toestand juist ingeschat. Het stelde me enorm gerust toen hij zei dat de ambulance al onderweg was. Ondertussen vroeg hij dus of ik de deur alvast open kon doen. Hij is de hele tijd blijven praten, totdat ik geen pijn meer voelde en het zwart werd…
– Geert van Tuinen
Op het moment dat ik 112 belde, reed er net een ambulance vanuit Leeuwarden richting Harlingen. Hij was ter hoogte van mijn woonplaats Menaam en de chauffeur kon meteen de juiste afslag pakken. Daar heb ik ongelooflijk veel mazzel mee gehad. Met behulp van een paar schokken met een aed hebben de ambulancemedewerkers mij weer tot leven gebracht. Ik zie het zo weer voor me, het moment dat ik mijn ogen weer opendeed. Ik zie mijn dochter en schoonzoon staan. De ambulancemedewerkers. Onverstoorbaar en met een strakke focus gingen zij verder met hun werk; ervoor zorgen dat mijn hart weer stabiel werd. Daarna hebben ze mij naar het MCL gebracht. Daar werd ik meteen naar de operatietafel gebracht en ben ik gedotterd.
De impact van het infarct heb ik in eerste instantie zwaar onderschat. Ik was alleen maar bezig met mijn lichamelijk herstel. Zo snel mogelijk weer op de been. Zo snel mogelijk weer aan het werk; sportwedstrijden verslaan, reportages maken. Maar ik werd al heel snel terug gefloten. Het was té snel en té veel. En bij de mentale impact van mijn infarct had ik totaal niet stilgestaan. Daar heb ik veel problemen mee gehad.
Ik heb een lange weg moeten afleggen om weer in balans te komen. Om het infarct te verwerken. En om te leren omgaan met de gevolgen. Ik ben sneller moe, moet eerder pauzes inlassen en gebalanceerder leven. Nu, drieënhalf jaar na mijn hartinfarct, kan ik zeggen: ik ben er weer. Gelukkig wel. Dankzij het snelle en professionele handelen van de centralist en de ambulancemedewerkers. En dankzij de inzet van de aed.’