Wij staan altijd voor u klaar

Nieuwsbericht

5 jaar Air Ambulance Team: Een terugblik van Kees Trul

Kees Trul, ambulanceverpleegkundige bij Kijlstra Ambulancezorg, maakt sinds dag één deel uit van het Air Ambulance Team (AAT). Hij heeft inmiddels ongeveer 230 vluchten gedaan. Toch herinnert hij zich zijn eerste vlucht nog goed: “Donderdag 17 november 2016 was het mijn eerste dag mee met de operatie van de ambulancehelikopter. Om 6.40 uur was ik aanwezig in onze hangar op de vliegbasis: omkleden, helm mee en melden in de OPS-ruimte. Piloot en de Hems Crew Member (HCM’er) waren al aanwezig. Zij hadden de pre-flight al gecheckt. Ik heb mij aangemeld bij de meldkamer. Toen werd het spannend, want vanaf dat moment konden wij worden ingezet.” Die dag werd de allereerste patiënt met de ambulancehelikopter vervoerd.

Lees de terugblik van Kees! 

Terug naar 17 november 2016…
“Na het aanmelden, omkleden en de check van de pre-flight, doen we de briefing waarbij we onder andere het weer, bijzonderheden aan de heli en de bemanning – of iedereen gezond/happy is om te kunnen vliegen – met elkaar doorlopen. Tot slot doen we het ‘Hot zetten’ van de helikopter: de bemanning gaat in de helikopter zitten en controleert aan de hand van een checklist de instrumenten van de helikopter. Dan zit je voor het eerst op de stoel in de riem met je helm op en moet je communiceren via de headset in je helm. Ik twijfel of het schuifje waarmee je met buitenwereld communiceert omhoog of omlaag moet. Uiteindelijk gaat alles goed en check ik nog de hoeveelheid zuurstof, het zuurstofsysteem en de materialen in het ambulance compartiment. Als alles goed is, kunnen we beginnen aan het ontbijt.

Gereedmaken voor de vlucht
Na het eten nemen we alle procedures nog een keer door: Wanneer kan ik vragen naar de Estimated Time of Arrival (ETA)? Kan ik iets zeggen als de piloot en de HCM’er de checklist doorlopen? Wat geef ik aan de meldkamer door bij vertrek van het eiland of ziekenhuis? Tegen tienen komt dan de oproep waar we zolang op hebben gewacht. We gaan vliegen! We rijden de helikopter op zijn mobiele platform naar de opstartlocatie van het vliegveld. Helm op en opstellen bij de juiste motor: op even dagen motor 2 en op oneven dagen motor 1. Bij het opstarten moet je letten op openstaande luiken of kleppen. Verder let je op brand, rook of andere bijzonderheden rond de helikopter. Mocht er iets aan de hand zijn, dan kan ik door het geven van bepaalde tekens de bemanning op de hoogte brengen van het probleem. Als beide motoren lopen stap ik in. Inpluggen in het communicatiesysteem, in de gordels, vertrek statussen, porto uitschakelen, in de check wordt gevraagd of ik gereed ben om te vertrekken en dan gaan de motoren van idle naar flight (van stationair naar hoog toerental ). Nog een paar checks en de piloot roept ‘lifting’ en de helikopter verlaat het platform. Blijft een meter boven de grond hangen en we doen de laatste checks. Dan gaan we vliegen. Wauw, mooi man! We vliegen naar de start- en landingsplek: een open plek gemarkeerd met de H.

Vliegen en overdracht
De toren geeft toestemming voor departure en daar gaan we! De eerste 20 meter leggen we schuin en achteruit omhoog af, want als er een motorstoring optreedt kunnen we veilig op dezelfde manier weer landen. Daarna helt de helikopter iets voorover en gaan we over naar een voorwaartse vliegbeweging. Dat klinkt vreemd, maar helikopters kunnen alle kanten opvliegen. Dat maakt ze juist zo speciaal. We vliegen naar Terschelling. Onderweg geef ik de ETA (gekregen van de HCM’er) door aan de meldkamer en zij koppelen ons met het desbetreffende ambulanceteam. Dit team kan ik oproepen over de toestand van de patiënt en vragen of er nog een begeleider meegaat met de patiënt naar het ziekenhuis. Als de helikopter is geland op de helihaven bij Midsland en de motoren uitstaan, loop ik met de monitor naar de wachtende ambulance, klop op de deur en ga naar binnen. Daar krijg ik een uitgebreide overdracht van de patiënt. Soms heb ik nog aanvullende vragen en overweeg ik de patiënt nog iets te geven tegen misselijkheid. De patiënt is hierna gereed om over getild te worden op de helikopterbrancard, wordt helemaal vastgemaakt in de gordel en gaat de helikopter in.

Met de patiënt in de helikopter
Binnen geef ik aan de patiënt instructies over de communicatie en het gebruik van de headset tijdens de vlucht. De instructies aan de begeleider van de patiënt worden verzorgd door de piloot. Ik zet de headset op, controleer of alles naar behoren werkt en of de patiënt zich comfortabel voelt om te vliegen. Dan zet ik mijn eigen helm op. Geef aan de piloot door dat wij gereed zijn en dat hij mag opstarten. De motoren beginnen één voor één te loeien. Waar ik het nog op de heenweg deed, staat nu de HCM’er buiten om te helpen met het opstarten van de helikopter. Zodra hij weer binnen is, doen we de laatste checks en gaan vliegen. Het is een krappe ruimte en ik stoot regelmatig met de helm tegen het dak van de binnenruimte. De patiënt kan naar buiten kijken en geniet van het uitzicht over het Wad. Een kwartier later landen we op het heliplatform van het MCL. Even later verstomt het geluid van de motoren en kunnen de riemen los en headset en helm af. Vanaf het platform maken we nog de wandeling naar de SEH. Daar dragen we de patiënt over aan de arts en verpleegkundige. Het is even stoeien met de brancard, want is een hele andere brancard, dan we normaliter gewend zijn. Hierna wordt de brancard gereinigd en weer aangevuld met een schoon laken, deken en tilmat. Wij zijn weer klaar voor de volgende patiënt.

De eerste vlucht zit erop!
We overleggen of we gereed zijn nog een vlucht te doen. Het antwoord is ja, dus we melden ons weer inzetbaar bij de meldkamer. Dan lopen we terug naar de helikopter, schuiven de brancard weer naar binnen en beginnen wij aan de opstartprocedure. Langzaam stijgen we weer op en vliegen langs de zuidoost kant van de stad terug naar de vliegbasis. Landen bij de landingsplaats voor helikopters en taxiën terug naar ons platform. Daar aangekomen worden de motoren afgezet en wordt er berekend hoeveel brandstof er getankt moet worden. Omdat de tankinstallatie nog niet klaar is komt een tankwagen van de luchtmacht de helikopter bijtanken. Hierna wordt de helikopter terug gereden in de hangar. De eerste vlucht zit erop!

Bijzonder zorg in de lucht
Inmiddels zijn we vijf jaar verder. Ik vind het mooi om op deze manier zorg te kunnen verlenen aan eilandbewoners en hun gasten. Ik heb veel patiënten mogen begeleiden tijdens de vlucht. Kon ze geruststellen, hun hand vasthouden, ondersteunen met pijnstilling, het geven van zuurstof en braakzakken. Alles om de vlucht zo goed mogelijk te laten verlopen. Soms zaten patiënten en begeleiders met de ogen dicht en samengeknepen billen. Dan vroeg ik ze om door een kiertje naar buiten te kijken. Naar de wonderlijke wereld daar beneden. Meestal konden ze dan genieten van de vlucht: een geluk bij een ongeluk zal ik maar zeggen.”